Twee ACT groepen van de Universiteit Wageningen adviseerden Delta21 over het toevoegen van een vismigratierivier naast de Haringvlietsluizen waarbij tevens de zoutgrens zeewaarts verplaatst wordt. De afsluiting van het Haringvliet betekende ernstige gevolgen voor belangrijke natuurlijke processen, maar door het Kierbesluit in 2019 gebruiken sommige migrerende vissoorten deze passage weer enigszins. Daarom wordt door Delta21, naar analogie van de Afsluitdijk, een vismigratierivier naast de Haringvlietsluizen voorgesteld.

Voor het vaststellen van de ecologische en hydrologische eisen die aan de permanent open vismigratierivier zijn door de studenten 7 representatieve vissoorten geselecteerd: de zalm, de fint, de rivierprik, de paling, de bot, de haring en de driedoornige stekelbaars.

De migratierivier moet voldoen aan eisen van debiet (100 m3/s), waterkwaliteit en er moet een permanente lokstroom worden gecreëerd. Het advies is om daarbij meerdere kanalen aan te leggen met een totale lengte van min. 6 km, een breedte van 20-50 m en één met een diepte van 5 m, met een overvloed aan schuilplaatsen, een zand- / grindbedding, substraat, kunstmatige riffen en zeegras met schelpdierbanken. Zowel de Noordzijde als aan de Zuidzijde (via het Zuiderdiep) komen beide goed in aanmerking voor de aanleg van de vismigratierivier, elk heeft zijn vóór en nadelen. Aan de Noordzijde is de rivier goed te integreren met het brakwatergebied in het Getijdemeer.

Beide rapporten zijn toegevoegd. Twee studenten van de Hogeschool Rotterdam werken aan het technisch ontwerp van de vismigratierivier in het Haringvliet en komen in juni 2021 met hun rapport.

.