(Veel meer veiligheid voor veel minder geld)

Overstromingsrisico’s in de regio Dordrecht-Gorinchem 

Ons land was ten tijde van de watersnoodramp in 1953 en de “bijna-ramp” van 1995 veel minder goed beschermd tegen het water dan nu. De kans dat het nu mis gaat is bijzonder klein. Maar omdat er nu veel meer mensen in gebieden wonen die kunnen overstromen, zullen de gevolgen van een overstroming groter zijn als het onverhoopt tóch mis gaat. De regio Dordrecht – Gorinchem is een van de gebieden waar de risico’s het grootst zijn.

De volgende kaart laat zien waar bij een eventuele overstroming in de regio Dordrecht-Gorinchem de meeste slachtoffers kunnen vallen en de schade het grootst zal zijn.

Dordrecht: het waterputje in Nederland

Voor Dordrecht en omgeving komt het overstromingsgevaar van de zee- en de rivierkant. Enerzijds zal het water vanaf de rivieren worden opgestuwd, als alle keringen die de zee tijdens zware stormen tegenhouden langdurig gesloten zijn. Anderzijds  kan het zo zijn dat, ondanks geheel geopende zeekeringen, het rivierwater niet snel genoeg naar zee kan worden afgevoerd, maar wordt opgestuwd door het getij.

Hoeveel (Rijn)water komt er eigenlijk richting de Zuid Hollandse delta?

De onderstaande grafiek laat de hoogste standen per jaar zien van de Rijnafvoer sinds 1901. De grafiek toont dat in de jaren 1926 en 1995 de afvoer van de Rijn bij Lobith met ca. 12.000 m3/sec het hoogste is geweest. Een gedeelte daarvan gaat via de IJssel naar het IJsselmeer. Voor de Zuid Hollandse delta blijft er dan een afvoer over van ca. 9.000 – 10.000 m3/sec.

Waterpeilen, 21 november 2021: Hoogste Rijnafvoer per jaar vanaf 1901 t/m 2021

Behalve de Rijn mondt ook de Maas in de delta uit. De maximale afvoer daarvan is ca. 3150 m3/sec. (1993) bij Maastricht/Borgharen. De Maas mondt uit in het Hollands Diep en vindt zijn weg naar de Noordzee. De invloed van de Maas op de waterstand in Dordrecht is beperkt.

Wanneer overstroomt Dordrecht?

Rijn en Maas afvoeren kunnen niet altijd in voldoende mate worden afgevoerd, en daar zijn twee redenen voor, of 1. de zeekeringen staan dicht en houden het rivierwater tegen, of 2. de indringing van het zeewater in de afvoerkanalen (Haringvliet en Nieuwe Waterweg) is zodanig dat er een opstuwing plaatsvindt die de afvoer van het rivierwater teveel belemmert.

De Rijn is een gemengde rivier (gevuld met gletsjer- en rivier water) en de Maas is een regenrivier. Vooral in de winter bereiken beide rivieren veelal hun hoogste stand. Vanaf een Rijnafvoer van ca. 6.000 m3/sec begint dan vaak het water over de kade van de Kraanstijger in Dordrecht te lopen.

Het is niet zo dat de grootste overstromingen altijd plaatsvinden bij de hoogste rivierafvoeren. Hoge getijde standen in zee kunnen ook voor vrij veel ongemak zorgen.

Zo kwam een dag na 31 januari 1995 om 21.00 uur, toen de Rijnafvoer zijn hoogste punt met een afvoer van 12.060 m3/sec behaalde, het waterniveau in Dordrecht niet hoger dan NAP + 2,35 m. Dat was lager dan het niveau van NAP + 2,50 m dat een jaar daarvoor met Kerst werd gehaald.

Op 10 februari 2020 overstroomde Dordrecht  en kwam het water tot NAP + 2,24m. Dat was meer dan het niveau dat dit jaar werd bereikt. Via de open Nieuwe waterweg werd toen een heel grote hoeveelheid water naar binnen geperst. Daardoor steeg het peil in het Hollands Diep in korte tijd met bijna 2 meter.

Met NAP + 1,74m is de Kraanstijger het laagst, gevolgd door de Leuvehaven en andere gebieden met NAP +1,90m. De bewoners in het gebied van de oude stad zijn wateroverlast gewend, worden op tijd daarvoor gewaarschuwd, en werken met vloedschotten en zandzakken die door de gemeente worden verstrekt. Binnendijks is er vooralsnog geen probleem; dat ligt op een niveau van tenminste NAP + 4,10 m.

Hoe ziet de toekomst eruit?

Op 25-7-2012 meldt het PBL dat tot het einde van deze eeuw rekening moet worden gehouden met “het optreden van extreme weersituaties (droogte, noodweer, etc.)” Van de Rijn wordt voor de winter een 12 tot 27% hogere rivierafvoer verwacht terwijl de zomerafvoer kan gaan variëren van -41 tot + 1%. Extreem hoge afvoeren zullen 4 tot 40 keer vaker optreden

Bij die voorspelling werd er uitgegaan van een maximale zeespiegelstijging (ZSS) van 85 cm in 2100. Dat maximum is recent op 120 cm gesteld.

Wat doet DELTA21?

In het plan van Delta21 wordt een (Energie)opslagmeer aangelegd dat is uitgerust met een pomp/turbine gemaal naar zee en een overlaat tussen het opslagmeer en het getijdemeer. Het getijdemeer kan naar zee toe worden afgesloten met een nieuwe beweegbare zeekering in het Slijkgat die IPCC bestendig zal zijn; geschikt om verhoogd te worden bij een hogere ZSS.

Een nieuw aangelegde duinenrij zal samen met de nieuwe kering het gevaar uit zee bezweren.

Als tijdens een storm met ook een (extreem) hoge rivierafvoeren het rivierwater niet snel genoeg naar zee kan worden afgevoerd, maar wordt opgestuwd door het getij, gaat bij een niveau van NAP + 1,75 m bij Dordrecht de volgende procedure lopen:

  1. Het Energieopslagmeer wordt ca. 12 uur voor de aankomst van de hoogwatergolf vrijwel leeggepompt; er blijft 3 – 5 meter water in staan en ca. 430 miljoen m3 water wordt in zee gepompt.
  2. Vervolgens sluit bij Laag Water, voor de hoogwatergolf, de nieuwe kering, en gaan de Haringvlietsluizen helemaal open. Opslagmeer en getijmeer tezamen vormen dan een nieuw opvangbekken van ca. 600 mln. m3 water;
  3. De overlaat naar het Energiemeer wordt geopend en het opslagmeer wordt via die overlaat met 5.000 – 20.000 m3/s (regelbaar) rivierwater gevuld.
  4. De pompen worden aangezet en pompen tot 10.000 m3/sec. water vanuit het meer in zee.
  5. Bij een niveau van + NAP 2,10 m bij Hoek van Holland wordt de Measlant kering gesloten
  6. Als het meer gevuld is wordt de overloop op 10.000 m3/sec ingesteld, gelijk aan de hoeveelheid die de pompen maximaal naar zee kunnen lozen.
  7. Deze procedure duurt zolang de hoogwatergolf van de rivier aanhoudt en zorgt er voor dat het waterpeil bij Dordrecht niet hoger kan komen dan NAP + 2 m en het groot deel van de oude stad Dordrecht droge voeten houdt, ook bij een ZSS tot maximaal 120 cm in 2100.

De toegevoegde waarde van Delta21 met betrekking tot hoge waterstanden is viervoudig:

  1. Het creëert een opvangbekken dat de bestaande opvangcapaciteit van de Zuid Hollandsche delta meer dan verdubbelt,
  2. Overtollig water in de delta kan steeds, ongeacht de afvoer-, wind- en getij-condities met een hoeveelheid van 10.000 m3/sec naar zee worden geloosd.
  3. Kost veel minder dan dijkverhogingen
  4. Heel Dordrecht en de hele Hollandse Delta blijven droog.

In de volgende nieuwsbrief gaan we in op de invloed van Delta21 op de gehele Zuid Hollandsche delta . Daarbij komen ook elementen als zoetwaterhuishouding en zoutindringing aan de orde.